Kunstwerk

Mooi kunnen ze zijn. Strak en robuust. Of oud, met stenen die je nog net vertrouwt. Ze kunnen treinen, auto’s en zelfs water dragen. En elke keer als ik onder de bogen rijd bij de brug bij Zaltbommel of Dordrecht schijnt de zon en is de lucht blauw. Dat zal ongetwijfeld mijn beeld vertroebelen van de brug in kwestie. Maar toch…

Het zit in mijn genen, dat vermoed ik. Mijn opa bouwde bruggen over de hele wereld. In Indonesië blies hij ze ook weer op om te voorkomen dat de Japanse bezetters verder het land in konden trekken. Maar dat is een ander verhaal. Toch denk ik dat hij, zonder hem ooit gekend te hebben, de liefde heeft doorgegeven.

Hoewel, de bruggenliefde kent wellicht ook een andere oorsprong. Mijn geboorteplaats heeft immers een brug die net te ver bleek te zijn voor vrede. Bovendien interviewde ik veel bruggenbouwers de afgelopen jaren. Mannen die een brug standaard een kunstwerk noemen. Niet uit gepaste trots, maar omdat dit in hun vakgebied zo noemt. Een betere benaming kan ik niet verzinnen.

Verveel ik je al? Ik zal je niet overtuigen, maar beloof me nu, dat als je over een brug rijdt, een van zo’n 3 miljoen kilo en 150 meter lang, zoals die over het Amsterdam-Rijnkanaal. Dat je je even realiseert dat je op een kunstwerk rijdt. Een die je maar mooi naar de overkant brengt.

Stel je voor dat je had moeten omrijden. Of zwemmen.

Nou, ik bedoel maar.

Reageren?

Kennismaken?