Hij bokst in de lucht en pakt de handgrepen van het elastiek.
‘Daar gaat ie weer…’ zucht de man die een bank verderop zit. Zijn gezelschap is drukker met haar ijsje en het uitzicht op de zee om te zien dat de sportende man zich aan de elastieken optrekt.
‘Kijk dan…’ de man duwt in haar zij. Ze schuift een klein stukje van hem af. Hij heeft het niet door, zit omgedraaid om de sporter achter hen te kunnen bekijken.
Die sporter is intussen overgestapt op het optrekken aan de bielzen. Zijn huid is zo strak gespannen dat je precies kunt zien welke spieren worden gebruikt.
‘Ah maar An, kijk nou toch wat die zot allemaal doet!’ De bankzittende man steekt zijn armen in de lucht. ‘Kijk nou An!’
Ze kijkt niet. Ze eet het hoorntje op.
De sporter schudt zijn armen los, sprint dan tussen de auto’s door naar de boulevard en gooit zichzelf op de grond.
‘An! Hij gaat nu opdrukken! Midden tussen de wandelaars!’ An poetst haar handen en gezicht. Ze draait zich even om, en haalt kijkend haar schouders op.
‘An, die is niet normaal die gast! Allemaal voor de aandacht doet ie dat! Aandacht alleen!’
Passerende wandelaars kijken naar de roepende man op de bank. An haalt een zonnebril uit haar tas en zet deze op haar neus.
‘Ach Jacques, ‘n beetje opdrukken zou u ook geen kwaad doen.’ Ze knikt goedkeurend naar de sporter die nu weer in de lucht bokst.
Jacques opent zijn mond zonder iets te antwoorden. Hij draait zich om en kijkt naar de zee.
‘Schoon uitzicht hier’, zegt An, ze legt haar hand op zijn knie.
Jacques legt zijn handen op zijn buik. Er parelt zweet op zijn voorhoofd.
Had hij nou ook maar een ijsje genomen.