In mijn eerste dagboek schreef ik: de hond ligt. Ik was 7 jaar en vond deze zin een hele pagina waard.
Met de tijd maakte ik beter gebruik van het lege blad en schreef ik meer zinnen.
Ook over de hond.
De dagboeken bewaar ik sinds 1979 in dozen. Samen met losse, volgeschreven vellen wanneer ik even geen goed schrift had om vol te pennen.
Wel werden het steeds meer korte berichten, zelfs geschreven op een bierviltje.
In 2012 begon ik met bloggen op Uit ’t copy van Clason. Daar schrijven voelde als het hebben van een dagboek met meelezers.
Ik heb er 378 berichten gepost. Soms in geheimtaal, alleen te begrijpen voor wie dat begrijpen moest. Soms probeersels. Soms zag ik pas achteraf wat ik nou eigenlijk wilde zeggen.
Ik laat de blogs daar staan. Je kunt ernaartoe als je nog eens wat wilt (her)lezen. En misschien herplaats ik er op deze site meer, zoals ik al met een aantal deed.
Maar het zal vooral nieuw leesvoer zijn.
Ik blader nog eens door dat eerste dagboek ooit en lees:
‘Op 7 January werd ik ferlieft op Joost ik ben het nog steets. Joost is ook op mij dat heeft hij zelf opgezreven.’
Zie je? Toen wist ik het al: alles wat je opschrijft ben je zelf.
Oppassen dus.